Northern Territory
Blijf op de hoogte en volg Sanderenlynn
30 November 2017 | Australië, Melbourne
Onze avonturen in de outback!
Hallo allemaal
We reden de grens over van Western Australia naar Northern Territory. Hiermee sprongen we ineens 1,5 uur in tijd vooruit. Om van NT naar WA te rijden is lastiger doordat je dan door een grens douane heen moet en daarbij checken ze al je spullen of je geen vers fruit en groente bij je hebt en nog wat andere random dingen die verboden zijn om de grens over te nemen. Maar om van WA naar NT te rijden is absoluut geen probleem.
Na 8 maanden in dezelfde staat geweest te zijn waren we nou voor de eerste keer in een andere staat. En het is ook meteen een verschil. WA heeft heel veel regels en NT is veel relaxter. Zo is kamperen in NT super makkelijk. Overal waar je een mooi plekje ziet kun je gewoon kamperen en alles doen wat je wilt. Dit is op sommige plekken in WA wat lastiger. Maar even goed makkelijker dan de drukke oostkust.
Katherine
De hitte is hier zo extreem dat het soms echt moeilijk uit te houden is. Het was een lange weg tot aan Katherine. Dus er stond een hele dag rijden voor de boeg en dus niet bij een riviertje of meertje chillen om af te koelen in het water. Maar zelfs op deze dag hebben we het even goed voor elkaar gekregen om een afkoelende duik te nemen. We stopten bij een roadhouse om te tanken en water bij te vullen. In het gras stond een sproeier aan dus gingen we hier onder staan om toch af te kunnen koelen. De aboriginals die in het gras lagen moesten om ons lachen en zeiden dat er een openbaar zwembad om de hoek was. Heel blij reden we hier dus heen. Het was een klein zwembadje waar een klas van een aboriginal school zwemles kreeg. Maar wij mochten er ook bij komen. Na een paar keer wedstrijdje met de kinderen gedaan te hebben waren we genoeg afgekoeld om de lange weg weer voort te zetten.
In Katherine hebben we alleen voorraden aangevuld bij de supermarkt en weer verder gereden zodat we de volgende dag in Kakadu aan konden komen.
Kakadu
Kakadu is met 20.000 km2 het grootste nationaal park van Australië. Je kan 600 km over de snelweg rijden om in Darwin uit te komen met overal hele mooie stops. Hele mooie natuur met billabongs en watervallen. Zo was er bij een plek een meer en achter het meer een grote wand. Deze kon je in 1,5 uur naar boven hiken en daar zijn allemaal kleine natuurlijke zwembadjes die in elkaar overlopen. Heel erg mooi.
De mooiste stop vonden wij waarbij we eerst een klein stukje moesten lopen om bij een groot meer aan te komen. Dit meer was al super mega mooi. Aan het einde van het meer was een waterval die Sander en Adrian wilden beklimmen. Al gauw kwam Sander alweer naar beneden om Anna en mij ook te halen omdat het daar echt echt super mooi was! Blijkbaar kon je via een pad ook naar boven wandelen, dus hoefde ik gelukkig niet de waterval op te klimmen. Boven aangekomen waren hier overal kleine watergaten. Je kon onder een rots zwemmen om in een dicht watergat aan te komen. Zonder duikbril een beetje eng, maar naar een paar pogingen was ik dan ook aan de andere kant. Zo kon je een paar kilometer verder gaan om steeds weer in een ander watergat te komen. De ene keer kon je zwemmend naar de overkant komen en soms moesten we via de rotswand klauteren. Uiteindelijk kwamen we bij een warmwaterstroompje uit. Heel erg mooi.
In dit gebied kun je alleen in het water gaan als het echt heel erg hoog is, want verder zit alles helemaal vol met de zoutwaterkrokodillen. De grootste rivier in dit gebied is de Adelaide River, we gingen hierbij een kijkje nemen om krokodillen te spotten. Er was een bootramp dus vanuit daar dachten we mooi te kunnen kijken. En niet veel later zagen we dan ook een grote krokodil. Even later hoorden we dat het al een paar keer voorgekomen was dat mensen vanuit de bootramp aan het kijken waren en aangevallen zijn. Dus maakten we maar snel dat we daar weer weg kwamen. ’s Avonds sliepen we ergens aan een rivier. Wij parkeerden ver genoeg van de rivier af tussen de bomen, maar er was een Russisch stel wat direct aan het water geparkeerd was en op een paar meter afstand met de rug naar het water zat. We vroegen of ze iets interessants gezien hadden in het water, maar keken ons schaapachtig aan en hadden geen idee waar we het over hadden. Dus we stuurden er maar een paar Aussies op af die ze uit konden leggen dat dit niet zo veilig was. De volgende ochtend namen we een kijkje bij de rivier en aan de overkant zagen we een 4 meter lange zoutwaterkrokodil zonnebaden die toen het water in liep. Als je zo’n bakbeest dan echt in het echt ziet, dan besef je wel dat het wel echt serieus is.
Darwin
Sinds Perth was dit weer de eerste stad die we tegen kwamen. We moesten hier naar verschillende winkels die ze alleen in steden hebben. En een douche was ook wel nodig. Sinds Broome waren we niet meer aan de kust geweest, maar hier kun je niet lekker op het strand chillen. Het stikt er van de zoutwaterkrokodillen, haaien en de boxjelliefish, een dodelijke kwal. Dus ja, hoe mooi het strand ook is, het is helemaal leeg.
Onze vriendengroep van Broome eindigden allemaal in Darwin en hadden hier een huis gehuurd om de laatste weken te blijven. We brachten hun dus een bezoek voor een laatste gezellige avond. ’s Avonds laat reden wij, samen met Anna en Adrian, weer verder. Nu we het noordelijkste puntje bereikt hadden was het tijd om weer zuidelijk te gaan rijden, de lange, lange weg door de woestijn om aan de oostkust in het zuiden uit te komen.
Litchfield
Maar eerst hadden we nog een laatste avontuur met onze Duitse vrienden in Litchfield nationaal park ten zuiden van Darwin. Hele, hele mooie natuur hier. Maar wij vonden Kakadu leuker omdat dat zo groot is, zie je niet veel andere mensen en ben je echt in de natuur. Dit voelde meer aan als vakantieparken zoals centre parks. De wintervakantie was hier dan ook net begonnen dus het was bomvol met familie’s. In Kakadu, en bijna alle andere gorges, moet je eerst moeite doen om op de mooie zwemplek te komen door een mooie wandeling te maken. Maar hierbij kun je gewoon overal naartoe rijden en meteen van de mooie watertjes genieten. Wat natuurlijk ook heel leuk en fijn is voor de verandering. Ons eerste watertje waarbij we stopten was een waterval waarbij je overal kleine zwembadjes had om in de waterval te chillen. Heel erg mooi, maar heel veel mensen hier. Dus wij zwommen en klauterden de waterval verder naar beneden om bij nog mooiere en rustige plekjes uit te komen.
Onze tweede stop was bij een grote waterval die een groot mooi zwembad gecreëerd had. De jongens waren meteen naar alle rotsen aan het kijken waar ze van af konden springen. Hierna gingen we een kijkje nemen bij een moeras. En toen het donker werd reden we naar een campingplek aan een groot meer. ’s Avonds laat wilden we het water gaan bekijken en voor een nachtelijke afkoeling gaan. We hadden de plek nog niet in daglicht gezien, dus dat was bijzonder om het voor het eerst in het donker te zien. Het was wel eng om hierin te zwemmen omdat hier zoetwaterkrokodillen zijn, maar wij kunnen die in het donker niet zien. En de snapping turtle, die zo vingers eraf snapped. Hier vonden we een noodle, zo’n foamen staaf waar je mee drijft. Dus vanaf nu kon ik super hard chillen in het water. Om dit water heen was een wandeling door de jungle. Dus dit wilden we wel eens in het donker zien. We kwamen een wild zwijn tegen en een hele hoop spinnen. Verder was het erg leuk om zo een keer in het donker rond te lopen.
’s Morgens konden we pas zien hoe super mooi dit meer was. We vonden het hier zo mooi en relaxed dat we hier wel langer wilden blijven maar we hadden niet genoeg eten meer. Op dat moment kwam een tourgids naar Sander toe of wij toevallig eten wilden hebben. Hun toer was afgelopen en ze hadden nog een klein beetje eten over. Een grote doos helemaal vol met overheerlijk eten waar we met z’n vieren de komende dagen wel zoet mee waren! Dus konden we een paar dagen hier aan het water blijven chillen.
Ik had in Darwin verf gekocht om stenen te verven, zoals de Aboriginals dat doen. Dat kon ik hier dus mooi doen.
Onze laatste dag gingen we nog een paar andere mooie plekken bekijken en bij de laatste plek zouden we afscheid nemen van Anna en Adrian. Aangezien wij iedere avond kaartspelletjes speelden vonden we het wel zo gepast om bij onze laatste plek al onze favoriete spellen nog een laatste keer te spelen.
Robin Falls
We konden toch nog steeds geen afscheid van elkaar nemen, maar wij gingen naar het zuiden en zij terug naar Darwin naar het noorden. Ten zuiden was nog een mooie kampeerplek bij de Robin Falls, waar ze toch nog mee naartoe gingen voor nog een laatste avond. De volgende ochtend de hele ochtend weer spelletjes gespeeld en al ons gezamenlijke eten opgemaakt bij de lunch en toen namen we dan echt afscheid van elkaar.
Wij gingen daarna met z’n tweeën de waterval bekijken voordat we zelf ook verder reden.
We vonden het echt super gezellig met Anna en Adrian, mede dankzij hen vonden we dit gedeelte (van Broome tot Darwin, de Kimberley’s en Kakadu) de leukste trip van Australië! Maar na een maand samen met ze gereisd te hebben vonden we het ook weer heerlijk om weer met z’n tweetjes te zijn!
Edith Falls
Onze eerste stop was de Edith Falls, een mooi watertje waar we de hele dag bleven om lekker op ons picknick kleed te chillen.
Katherine
We kwamen weer door deze stad heen en hier konden we dus weer grote boodschappen doen, was wassen en van alles op internet regelen.
En toen was het 10-10-2017 en waren we alweer 1 jaar getrouwd! We begonnen deze dag met een lekker ontbijtje in het park. Daarna gingen we naar de hotsprings. Een van de mooiste stukjes natuur die we gezien hebben! Het water was kraakhelder en je kon helemaal naar boven lopen om het begin van de waterbron te zien. Je zag zo hoe het water uit de rots naar boven kwam. Super bijzonder om te zien hoe dit zo uit de aarde gebubbeld komt. Vanuit deze ongelooflijke mooie waterbron kon je het riviertje helemaal met de stroming mee volgen. Echt super, super mooi!! Dat was dus een goede plek om onze trouwdag te vieren! ’s Avonds hadden we een gezellig plekje van onze kampeerplek gemaakt.
De volgende dag reden we door naar Mataranka.
Mataranka
Een klein dorpje met een groot Aboriginal gemeenschap. Wij vonden dat het dorp een heel erg leuk sfeertje had. Wij gingen naar het park voor ontbijt en parkeerden onder een gigantisch grote boom. Sander had zelf een hangmat gemaakt die hij hier uit kon proberen. Even later kwam er een groep vriendelijke Aboriginals bij ons zitten. Ze wilden alles van ons weten en wij vonden hun verhalen ook erg interessant, dat we de hele dag met ze bleven kletsen. Aan het einde van de dag gingen we toch nog even een kijkje nemen bij de bittersprings. Hier hadden we al zoveel over gehoord. En wauw, absoluut wauw zo ongelooflijk kraakhelder. Je kon hier het water in gaan en je door de stroming helemaal mee laten varen. Aan het einde is een brug en hierbij moet je stoppen, na de brug wordt het heel nauw en de zoetwaterkrokodillen vinden dit fijn maar als je daar dan zwemt dan is er niet meer veel ruimte over dus dan vallen ze je aan uit verdediging. En om tegen de stroming in terug te zwemmen was meteen een goede work-out. We vonden het hier zo super mooi dat we de volgende dag terug kwamen en hier de hele dag bleven.
Er was hier nog ergens een andere waterbron waar we de dag erna een kijkje gingen nemen, maar deze was helemaal door de mensen aangepast waardoor het meer op een normaal zwembad leek dan natuurlijk. Op deze parkeerplaats kwamen twee jongens naar ons toe die samen aan het reizen waren en wij raadde hen dan ook aan om zeker ook naar de bittersprings te gaan. Wij hadden deze spring dan ook snel gezien en gingen weer terug naar onze mooie bittersprings. Hier waren de twee jongens weer, Kevin uit Engeland en Anthony uit Québec. Ze waren blij met onze aanranding van deze mooie plek dat ze sindsdien de hele trip bij ons bleven!
Samen reden we aan het einde van de dag verder naar de volgende plek. Met Mataranka als laatste watertje reden we naar de droge, rode woestijn. The red centre. 3000 km een lange rechte snelweg door de outback met alleen Alice Springs in het midden.
Daly Waters
Daly Waters is een heel klein dropje wat helemaal niks bijzonders heeft. Maar het heeft de oudste pub aan de Stuart Highway. (De snelweg die helemaal van Darwin naar Adelaide loopt, dwars door heel Australië heen.) En deze pub is een trekpleister geworden voor iedereen die deze super lange weg met helemaal niets om je heen rijdt. Iedere hoek van de bar hangt helemaal vol met iets anders. 1 hoek hangt vol met briefgeld, identiteitskaarten, ondergoed, hoeden, slippers, de bar hangt helemaal, helemaal vol. Dit was begonnen met de cowboys die deze lange tocht vaak op en neer reden er zeker van wilden zijn dat ze de volgende keer nog een biertje konden betalen. Dus hingen ze briefgeld aan de muur met hun naam erop. Hier hadden we een gezellige avond.
De volgende dag toen we wilden vertrekken, ontdekten we dat ze een zwembad hadden! Dus ja we moesten hier dan nog maar een dag blijven. ’s Avonds speelden we met al het barpersoneel ‘outback-beerpong’ midden op de straat werden 9 grote prullenbakken geplaatst en met een bal moest je hierin mikken.
Devils Marbles
Na twee dagen door absoluut niets gereden te hebben, kwamen we aan bij de Devils Marbles. Een heel mooi natuurfenomeen. Dit waren grote ronde rotsformaties wat volgens de Aboriginals slangen eieren waren. De drie mannen vonden ieder keer weer een hogere of moeilijkere rots om te beklimmen.
Alice Springs
De volgende stop waren we al in Alice Springs, 1500 km ten zuiden van Darwin! Een stad helemaal in het midden van het grote, droge Australië. Voor een openbare douche moesten we 5$ betalen en een dag in het zwembad was 7$, dus dat vonden we een betere optie. Dus als vier kleine kinderen waren we de hele dag in het water aan het spelen. En voelden we ons na een lange tijd weer schoon. Tot nog toe konden we nog iedere dag zwemmen, maar niet in de woestijn. Dus na een week door de droge, stoffige woestijn gereden te hebben was het heerlijk om weer helemaal schoon te zijn!
We gingen eerst een paar dagen in het park chillen en naar de cultuur-en kunstgalerij. We reden iedere dag vanuit onze kampeerplek naar de stad en ’s avonds weer terug naar dezelfde plek. ’s Morgens bleven we altijd een lange tijd op onze kampeerplek. Iedereen was steeds bezig met allerhande sidejobs aan de campervan en handwerkjes. Ik was voornamelijk stenen aan het verven of met wol dingen aan het maken en Sander heeft een bruidsdromenvanger in een kokosnoot gemaakt. Anthony heeft een liedje waarmee we iedere dag op moeten opdrukken of andere oefeningen.
’s Avonds hoefden we nooit bang te zijn dat we geen hout hadden om een vuurtje te maken. Anthony, die een leven in de bergen in Canada gewend is, heeft een bijl en daarmee hakten hij en Sander zo een boom om voor hout. Met Sander z’n machete konden ze het dan klein hakken.
West mcdonnel range
West mcdonnel range is een nationaal park ten westen van Alice. Het is een lange bergketen waar je helemaal langs rijdt om steeds mooie stops in de bergen te maken. Op verschillende plekken waren mooie watertjes en overal waar we kwamen zagen Anthony en Sander wel een bergwand of bergtop die ze wilden beklimmen. En Kevin en ik bleven mooi bij de watertjes chillen. ’s Avonds kampeerden we steeds op mooie look-out plaatsen met mooie zonsondergangen en prachtig uitzicht zodra je wakker wordt.
Aan het einde van deze bergketen heb je mount Sonder. De hoogste berg van NT. Die wilden wij dus gaan beklimmen! ’s Morgens in alle vroegte opgestaan, lunchpakket en genoeg water mee en begonnen we aan de klim. De eerste beste keer dat we even stilstonden om op adem te komen en een slokje water te drinken zei Kevin dat het hem te veel was en keerde om. Dus gingen wij met z’n drieën door. Na 5 uur lopen behaalden we de top! En hadden we een 360 graden uitzicht van helemaal niks! We konden zo ver kijken als mogelijk is met niks anders dan alleen maar, mooie, natuur om ons heen! De bergketen met daaromheen in de verste verte open vlakte. Het duurde 3 uur om weer beneden te komen en toen waren we helemaal compleet gebroken. De hele dag berg op klimmen in zo’n ontzettende bloedhitte is echt afzien! Wij hadden wel een biertje verdiend dus gingen we naar het resort. Vanuit daar gingen we naar een kampeerplek aan de rivier. Hele mooie relaxte plek waar we besloten om een paar dagen te blijven. Op de weg terug naar Alice Springs stopten we nog bij een plek waarbij je allerlei kleuren in de berg ziet. Deze grondstoffen gebruikten de Aboriginals voor hun muurschilderingen.
Alice Springs
Kevin vond dat wij overal te lang blijven en daardoor dus te sloom richting het zuiden rijden, dus hij besloot om in Alice Springs een vliegtuig naar Melbourne te pakken. En bleven wij met z’n drieën over. We zetten Kevin af in zijn hostel en daar konden we de hele dag blijven om gebruik te maken van wasmachine, WiFi en het zwembad! Wij vonden het leuk om weer eens in een hostel te zijn. Het sfeertje wat er hangt herinnerde ons direct aan de hostels in Azië.
Voordat we verder gingen met onze lange weg naar het zuiden, maakten we eerst een 500 km detour naar het westen. Waarbij we eerst langs een meteoriet inslag kwamen. We konden op de rand van de grootste lopen. Hierin groeien hele bijzondere planten die je verder nergens ziet.
Vanuit hier reden we via een zandweg verder. Wij reden voorop maar opeens zagen we dat Anthony gestopt was. We keerden dus om en een van zijn achterbanden was ontploft. Maar hij was nog steeds net zo vrolijk en positief als altijd, geen probleem hij had alle gereedschappen bij zich om de band te verwisselen. Dus daar stonden we in the middle of nowhere een band te verwisselen en weer op te pompen. En toen de band weer genoeg lucht erin had zitten konden we weer veilig verder rijden!
Kings Canyon
Je kan hier een mooie wandeling maken om de canyon heen en zo’n 30 km verderop is een waterspring die heilig is voor de aboriginals. Je kan naar beide naartoe rijden maar je kan er ook een grote tweedaagse wandeling van maken. Wij gingen onszelf dus voorbereiden om dit te gaan doen. Tent en andere kampeerspullen in onze backpack, genoeg eten en 10 liter water per persoon. Er is namelijk onderweg helemaal geen enkele plek om je water bij te vullen en je loopt twee hele dagen in de bloed, bloedhitte. Onze tassen waren dus echt gigantisch zwaar.
De volgende ochtend in alle vroegte opgestaan om een auto bij het eindpunt te parkeren en met de andere auto naar het begin van de kings Canyon te rijden. Wij moesten beginnen met een zware klim steil omhoog. Dat was behoorlijk pittig met de zware tassen! Maar boven aangekomen is het het zeker waard, super mooie uitzichten. In de canyon gaat de wand kaarsrecht omlaag. Hele mooie uitkijkpunten. We hielden een lunchpauze bij de garden of Eden. Je mocht hier niet in zwemmen, want dit is heilig voor de aboriginals, maar het was even goed een hele mooie plek om even bij te komen. Aan het einde van de kings canyon ronde sloegen wij af naar de Giles track. Deze gaat helemaal door tot aan Kathleen Springs. Vooral het begin van deze track was ongelooflijk mooi. Iedere bocht die we om gingen keken we onze ogen weer uit hoe super mooi het hier was.
Tegen de avond zochten we een geschikt plekje om onze tent op te zetten. We hadden geen luchtbedden ofzo bij ons, maar gelukkig vonden we een stukje grond met zand wat als zachte ondergrond kon dienen. We hadden de avond ervoor pasta gekookt en met een blik tonijn en een wat blikken groente erdoor was dit een prima avondmaal. Zodra de zon onder was gingen we direct naar bed.
’s Morgens noodles als ontbijt, en konden we weer bepakt en bezakt verder lopen. Ook deze dag was de tocht weer door hele mooie natuur en met mooie uitzichten. Op het einde was onze energie aardig op maar adhv Franse en Nederlandse vierdaagse liedjes zongen we onszelf naar de eindstreep.
Uluru
Vanuit Kings Canyon was het nog 2 dagen rijden naar Uluru. De hele weg is helemaal vlak en nergens zie je ook maar iets in de verste verte. En dan ineens boem is daar Uluru. De enorm grote rots helemaal in het midden van Australië. Uit het niets steekt die uit de grond. Het is een heilige rots voor de Aboriginals dus je mag de rots niet beklimmen. Australiërs hebben schijt aan de Aboriginals dus er is een heel parcours uitgestippeld om de rots toch te kunnen bewandelen. Maar nu willen ze ‘respect’ tonen naar de aboriginals dus zetten ze er een groot bord neer waarop ze vragen om Uluru niet te beklimmen uit respect voor de aboriginals maar daarnaast een nog groter bord hoe je dit wel kan doen. Typisch hypocriet Australië! Wij vonden het ook interessanter om eromheen te lopen waarbij overal borden hangen hoe de aboriginals dit gedeelte van de rots gebruikten. De ronde om Uluru heen is 10km, zo groot is de rots! Je loopt dan langs de plekken die ze gebruikten als klaslokaal om de techniek van het jagen uit te leggen aan de kinderen. Een gedeelte wat ze gebruikten als keuken. Een grot waar de oudjes in de koelte konden zitten. En iedere keer ziet Uluru er weer compleet anders uit. Het was alleen bloed, bloedheet dus ook al was het een helemaal vlakke wandeling, in deze hitte is 10km even goed afzien!
Hierna reden we naar een plek om de zonsondergang te bekijken. Tjokvol met allemaal mensen, maar daar hadden wij geen last van want wij childen op ons dak! We hadden er een relaxt plekje van gemaakt om de zon onder te zien gaan waardoor Uluru van kleur zou veranderen, maar wij zagen niet echt kleurverschil.
De volgende ochtend stonden we om 4 uur op om met nieuwe hoop de zonsopgang te bekijken, of Uluru nou dan van kleur zou veranderen. Maar ook hierbij zagen we geen kleurverandering. Wij hadden onszelf weer op ons dak geïnstalleerd en Anthony zat op z’n dak pannenkoeken te bakken! Na dit lekkere ontbijtje gingen we door naar Kata Utja, 50km verder een andere rots die er helemaal anders uitziet als Uluru. Eerst bij het uitkijkpunt van een afstandje bewonderd en daarna dichtbij gereden en er tussendoor gewandeld. Dit zijn namelijk allemaal losse rotsformaties bij elkaar.
Dit was onze laatste stop in Northern Territory en reden we weer terug naar de snelweg om daar de grens over te gaan. Onderweg stond er een Aboriginal stel naast de weg, ze hadden geen benzine meer. Dus hadden we ze genoeg benzine gegeven om bij het tankstation aan te komen. Benzine is hier heel duur maar Anthony heeft 4 jerrycannen op z’n dak dus dacht dat is dan mijn goede daad van vandaag. Maar karma is een bitch want niet veel later stopte hij weer, dit maal was hij iets minder vrolijk. Weer een band ontploft, maar hij had geen reserveband meer. Wij hadden de dag ervoor onze band verwisseld omdat hij zo ver heen was dat het ijzer zelfs al zichtbaar was. Maar goed, beter iets dan niets dus zette hij onze versleten band eronder. We waren dicht bij en roadhouse maar zij hadden geen banden meer. Het eerst volgende dorpje waar we doorheen zouden komen was 700 km verder, wat natuurlijk veel te ver is met 3,5 band en allebei geen reserve banden meer. Al helemaal aangezien zijn band dus al 2 keer in 500 km ontploft was. Een andere optie was 400km terug naar Alice Springs rijden. Maarja dat is dus 800 km omrijden en 700 km is ook niet meer zo veel verder dan 400km. Dus besloten we de gok toch te nemen om naar het zuiden te rijden. Wij hadden een bepaalde verzekering die ons komt helpen mocht er toch nog een band ontploffen. Na zo’n 300km gereden te hebben stopten we bij een roadhouse die een band had die we konden kopen! Nu konden we dus veilig verder rijden.
En een paar kilometer verder reden we de grens over naar South Australia!
Dit was het eerste gedeelte van de lange tocht door de outback! Heel veel mensen raadde het vantevoren af omdat het een hele lange weg is met niks ertussen. Maar wij vonden het super leuk. Het hele sfeertje wat er hangt. De mensen zijn hier heel anders dan aan de kust of in de steden. Maar soms was het ook afzien. De hitte is zo extreem zonder dat je een mogelijkheid hebt om je af te koelen. Alles, maar dan ook echt alles zit helemaal onder de rode stof van ‘the red centre’. Dus alles is vies, maar bijna geen mogelijkheden om te douche. Dus na een week niet gedoucht te kunnen hebben, in dit stoffige landschap ben je zo vies dat je nadat je eindelijk een douche gevonden hebt ineens een paar tinten lichter bent! En de vliegen. Om mijn god de vliegen. Zodra je je hoofd uit de bus steekt zie je meteen zwart van alle honderden vliegen om je heen. IN je neus, IN je oren, IN je ogen, IN je mond. Letterlijk. Op de rest van je lichaam is het niet zo storend, maar de honderden vliegen op je gezicht maken je serieus echt helemaal gestoord!! Maar als je dan een muggennet alleen om je hoofd heen doet, dan kun je weer een beetje ademen.
Inmiddels hebben we South Australië ook al doorkruisd en zijn we via de Great Ocean Road in Melbourne aangekomen. We hebben onze campervan, met heel veel pijn in ons hart, verkocht en over een week zijn we weer thuis!! We blijven nu een paar dagen in Melbourne, een paar dagen Sydney, een paar dagen Victoria verkennen en als afsluiting een paar dagen Bangkok! Het laatste verhaal zal ik dus pas in Nederland typen.
Tot volgende week!!!!!
-
30 November 2017 - 10:20
Linda :
Wat een mooie reis hebben jullie gemaakt! Het zal straks wel weer even wennen zijn om weer terug te komen in Nederland. Alvast een hele goeie reis terug! En tot volgende week!
-
30 November 2017 - 10:42
Jacqueline Knoben:
Wat een mooie verhalen weer .
Jullie hebben heel wat gezien en beleefd in die lange tijd.
Geweldig.
Maar het zal dan ook weer fijn zijn om weer bij jullie familie en vriende te zijn.
Nog een paar fijne dagen en een goede terug reis.
Groetjes Jacqueline en Jos. -
30 November 2017 - 16:36
Hannah Van Der Borst:
Wat een mooie ervaringen zeg. Gaaf dat je stenen schildert met speciale verf. Het is echt genieten van het verslag! Zo mooi om te lezen! Wij vertrekken eind december 2 maanden naar Thailand, Laos en Cambodja. -
30 November 2017 - 23:11
Eveline :
Wauw, prachtig allemaal zeg! Een hele mooie rondreis zo te zien en lezen!
Nog eventjes en dan zijn jullie weer terug, ook heel fijn!
Tot snel!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley